Wat heb je als mens nodig?
Wat heb je als aardbewoner aan nuttig aardoppervlak nodig om te kunnen leven? Het kan gaan om agrarische opbrengsten als graan, rijst, zuivel en vlees, maar ook om vis. Het kan ook gaan om producten als katoen of wol voor kleding of om hout voor de bouw of voor koken en verwarming. Ten slotte heb je ook aardoppervlak nodig om de lucht te zuiveren van jouw uitstoot aan broeikasgassen.
Wat je aan nuttig aardoppervlak gebruikt, staat bekend als de ecologische voetafdruk. Deze wordt gemeten in wereldhectares, d.w.z. de gemiddelde ‘opbrengst’ van een hectare productief grondoppervlak op deze planeet.
Een score voor je welvaartsniveau
Je kunt leven in grote materiële welstand en flink vervuilen, maar ook zuinig als een Tibetaanse monnik. Is er voor alle mensen op aarde niet een aanvaardbare levensstandaard te bedenken? De onderzoekers Lucia Tamburino en Giangiacomo Bravo kozen voor de zogeheten Human Development Index (HDI) van de Verenigde Naties. Deze kent aan landen een bepaalde welvaartsscore toe op basis van levensverwachting, onderwijskwaliteit en het bruto nationaal inkomen per persoon. Het hoogste wat je daarbij kunt halen is de score 1.00. Een score van 0.8 geldt als zeer hoog en een van 0.7 als hoog. Wij in Nederland scoren 0.933 en zitten daarmee zelfs iets boven de Verenigde Staten.
Tamburino en Bravo vinden een score van 0.7 acceptabel voor alle wereldburgers. Deze score halen de mensen in Egypte en is nagenoeg dezelfde als die van Indonesië. Iran scoort weer een stuk hoger: 0.797. Maar er is ook een aantal landen dat lager scoort en die je op deze kaart kunt vinden.
Voetafdruk en ecologische balans
Een HDI van 0.7 correspondeert met een ecologische voetafdruk van 2.14 wereldhectare per persoon. Dus als je een leven hebt als de gemiddelde Egyptenaar of Indonesiër, zou je met 2.14 wereldhectare uit moeten kunnen komen.
Maar nu het slechte nieuws. Voor de huidige wereldbevolking van ruim 7,8 miljard is er slechts 1.6 wereldhectare per persoon beschikbaar! Nu hebben wij in rijke landen een voetafdruk die best wel wat kleiner kan, zeker als we onze uitstoot aan broeikasgassen weten terug te brengen, we wat meer vegetarisch gaan leven en niet ieder jaar onze garderobe willen vervangen. Als mensen in rijke landen hun voetafdruk verkleinen, kunnen zij daardoor het aantal wereldhectares dat gemiddeld per aardbewoner beschikbaar is, wat ophogen.
Tamburino en Bravo hebben per land een ecologische balans of ‘ecobalans’ berekend. In hoeverre is het beschikbare nuttige grondoppervlak van dat land in overeenstemming met de totale voetafdruk van al zijn bewoners? Valt deze ecobalans negatief uit (“E min”), dan leven de mensen in dat land op een te grote (ecologische) voet. Bij “E plus” blijven de bewoners binnen hun ecologische grenzen.
Ecobalans en welvaartsniveau
Maar dat is nog niet het hele verhaal. In welke landen hebben de bewoners een acceptabel welvaartsniveau, dat wil zeggen een HDI van ten minste 0.7? Deze landen scoren een “H plus”. Halen ze dat welvaartsniveau niet, dan is het een “H min”.
Je krijgt dus vier soorten landen. Groen zijn de landen die zowel binnen hun ecologische grens blijven en hun inwoners ook een aanvaardbaar welvaartsniveau bieden (E+ en H+). Geel zijn de landen die weliswaar binnen hun ecologische grens blijven, maar die hun bewoners géén aanvaardbaar welvaartsniveau bieden (E+ en H-). Blauw zijn de landen die hun ecologische grens overschrijden, maar die wel een acceptabel welvaartsniveau bieden (E- en H+). Paars ten slotte zijn landen die nóch binnen hun ecologische grens blijven, nóch hun inwoners een aanvaardbaar welvaartsniveau kunnen bieden (E- en H-). Opmerkelijk is dat Egypte en Indonesië kennelijk zijn gedaald in welvaartsniveau en op de kaart een H- hebben gekregen. Navraag bij de auteurs leerde dat dit te maken kan hebben met afwijkende peildata waardoor landen net boven of onder de grens van 0.70 kunnen uitkomen.
Het combineren van een positieve ecobalans met een acceptabel welvaartsniveau
Wat kunnen landen doen om zowel op hun ecobalans als welvaartsniveau positief te scoren? Je kunt landen in drie groepen indelen. Er zijn landen die een ecobalans hebben die zodanig positief is dat ze al hun bewoners een aanvaardbaar welvaartsniveau kunnen bieden. Deze landen zijn op de onderstaande kaart groen gekleurd.
Dan zijn er landen die door reductie van de ecologische voetafdruk van hun bewoners hun ‘ecobalans’ positief kunnen maken. Deze landen zijn lichtblauw gekleurd.
Dan is er ook nog een groep oranje landen waarvan de ecobalans hoe dan ook negatief blijft, ook al verkleinen ze de voetafdruk van hun bewoners tot het minimum van 2.14 wereldhectare. Die landen ontkomen niet aan een reductie van het aantal inwoners.
Het overgrote deel van Afrika, het Caraïbische gebied, het hele zuiden van Azië, Zuid- en West-Europa met uitzondering van Frankrijk en Ierland ontkomen niet aan bevolkingskrimp als ze hun ecobalans willen herstellen en hun bewoners een aanvaardbaar welvaartsniveau willen bieden.
Kritische nabeschouwing
Een welvaartsniveau gemeten met de Human Development Index gaat over levensverwachting, gemiddeld inkomen per persoon, onderwijsvoorzieningen en beschikbare gezondheidszorg, maar zegt niet direct iets over materiële welvaart, zoals autobezit of andere luxe. Ook zegt de ecobalans niets over het gebruik van delfstoffen of watergebruik. Verder is het in theorie mogelijk dat nieuwe technologieën ervoor zorgen dat de ‘opbrengst’ per wereldhectare toeneemt bijvoorbeeld door het ontwikkelen van droogtebestendige gewassen met een hoge voedingswaarde of door een beplanting die veel CO2 kan opnemen.
Het is echter zeer de vraag of mensen op materieel gebied veel willen inleveren dan wel willen afzien van een groei in materiële levensstandaard. Ten tweede is een positieve ecobalans een noodzakelijke, maar géén voldoende voorwaarde voor duurzaamheid. Afhankelijkheid van (eindige) delfstoffen of gebrek aan water kan ook bij een positieve ecobalans de duurzaamheid bedreigen, denk maar aan kobalt en lithium voor accu’s. Vertrouwen op nieuwe technologische ontwikkelingen om de draagkracht van de aarde te vergroten, blijft vooralsnog een geloof in de toekomst, maar ook niet meer dan dat.
Het onderzoek van Tamburino en Bravo wijst uit dat hoe dan ook niet aan bevolkingsreductie valt te ontkomen. Dat geldt sowieso voor de oranje landen op de kaart, maar ook voor de blauwe en groene landen, zo lang mensen waarde hechten aan een hoge(re) materiële levensstandaard.