20 juni 2018

Verklaring overbevolking

Toename van de wereldbevolking gekoppeld aan de toename van consumptie per persoon leidt op een planeet met eindige grondstoffen en nagenoeg uitgeputte hulpbronnen tot kaalslag van de natuur, ziekten en natuurrampen, honger, gewapende conflicten en oncontroleerbare migratiestromen.

Overbevolking ervaren we aan den lijve als drukte op straat en in winkels, als geluids- en stankoverlast, fileleed, massarecreatie, wachttijden, overvolle treinen, krap bemeten woningen en verstedelijking van het platteland.

Dit zijn slechts topjes van de ijsberg. Buiten onze directe waarneming spelen problemen die vele malen groter zijn.

Voor onze welvaart en ons voortbestaan zijn we in dit dichtbevolkte land geheel afhankelijk van im- en export. We moeten blijven produceren en exporteren, dan pas kunnen we blijven importeren en consumeren. Na vele vette jaren is Importeren lukt niet meer zo goed. Fosfaat voor de landbouw wordt schaars. We kunnen fosfaat hergebruiken en zelfs exporteren, dank zij ons gigantische mestoverschot, maar dit berust weer op een grootschalige invoer van soja. Fossiele hoogwaardige energie uit steenkool, olie en gas raakt op. Deze zou op termijn geheel door zonne- en windenergie vervangen moeten worden. Om die energie echter te kunnen opvangen, opslaan, vervoeren, distribueren en uiteindelijk nuttig gebruiken, is een enorme hoeveelheid grondstoffen nodig voor machines, turbines, leidingen en kabels. Die grondstoffen, beton en metalen als ijzer, koper, nikkel, aluminium, molybdeen en zilver, moeten eerst nog gewonnen worden, en die winning wordt steeds moeilijker en duurder als gevolg van een toenemende behoefte aan energie. Voor een optimale benutting van zonne- en windenergie zijn ook nog eens zeldzame aardmetalen nodig, zoals neodymium en dysprosium. Die komen voor 95% uit China, dat de markt beheerst. Vraag is hoe je de noodzakelijke grootschalige investering in materiaal en energie ooit rond krijgt. Materiaalschaarste staat de oplossing van de energieproblematiek in de weg. Herwinning van materiaal uit bestaande producten kost veel energie en is allerminst behoeftedekkend. Ons bestaan is afhankelijk van de wereldmarkt, en daar ligt het hoofdprobleem. De behoefte aan voedsel, energie en grondstoffen stijgt onrustbarend in landen waar de economie groeit en gigantische mensenaantallen naar materiële welvaart streven – China, India, Brazilië. De toegenomen vraag in deze landen, de schaarste van de gewenste goederen en de monopolisering van vitale bronnen maakt dat straks op de wereldmarkt nog maar weinig te koop is voor andere economieën, die vervolgens niet meer rendabel kunnen produceren en exporteren.

De vraag is hoe we de vele monden in ons dichtbevolkte land kunnen blijven voeden en op een andere manier middelen van bestaan kunnen verwerven dan door een tanende exporteconomie. Antwoord: door de consumptiebehoefte terug te dringen. Dat kan op twee manieren: door het aanhalen van de broekriem, lees: drastisch bezuinigen en verpauperen – voor velen geen wenkend perspectief – , of door het reduceren van het aantal consumenten. Met minder mensen hebben we per persoon meer grond en andere natuurlijke hulpbronnen tot onze beschikking en zijn we minder afhankelijk van andere landen. We kunnen autonome, kleinschalige regionale economieën opbouwen waarin we zelf voor onze levensbehoeften zorgen.

Daarvoor moet de bevolkingsomvang wel drastisch terug. Momenteel leven we met 17 miljoen mensen op een oppervlak dat hooguit vijf miljoen mensen kan voeden en onderhouden. Het geboortecijfer moet daarom fors omlaag.

Op zijn minst moeten financiële prikkels die het krijgen en grootbrengen van kinderen aanmoedigen worden afgeschaft, c.q. kinderbijslag en gesubsidieerde kinderopvang. Vruchtbaarheidsbehandelingen mogen niet meer worden vergoed.

Ten tweede mag het inwonertal van Nederland niet toenemen door immigratie. Europese regelgeving op het gebied van vrij verkeer van personen en het asielrecht moeten worden opgeschort.

Bij economische krimp is het niet mogelijk om baangaranties te geven. In de plaats daarvan komt inkomens- of bestaanszekerheid, waarvoor uiteenlopende tegenprestaties worden gevraagd. Iedereen is in principe meervoudig inzetbaar.

Terugdringen van het geboortecijfer leidt onvermijdelijk tot vergrijzing. Veel mensen in de ‘pensioengerechtigde leeftijd’ blijven echter lang vitaal en kunnen heel goed zelfstandig leven. Zodra de oude dag echter een belasting wordt, moet ouderen tijdig de mogelijkheid worden geboden om vrijwillig een streep te trekken. Mensen mogen niet willoos tot de persoon verworden die ze nooit hadden willen zijn. Levensverlenging mag niet leiden tot een langer terminaal bestaan.

Naast de eerste demografische transitie, waarbij in een aantal generaties de overgang wordt gemaakt van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers, maar waarbij het bevolkingsaantal onverminderd hoog blijft, pleiten wij voor een tweede demografische transitie: terugdringen van het aantal inwoners van Nederland tot een aantal dat zelfstandig, onafhankelijk van mondiale tekorten en geopolitieke instabiliteit goed in zijn eigen onderhoud kan voorzien. Onze eerste ambitie was een aantal van tien miljoen Nederlanders, vandaar de naam van de ‘Club’. Thans wordt duidelijk dat we dit aantal op zijn minst moeten halveren.