10 juni 2010

Schaarste in Overvloed

Frank van den Heuvel in Civis Mundi van april 2008

Machtsverschuivingen door de schaarste aan energie, water en voedsel Prijzen in supermarkten gaan omhoog door stijgende grondstofprijzen’. ‘Energie is hoofdschotel bij internationale topbijeenkomsten’. ‘Canada, Rusland en Denemarken willen nieuwe bases op de Noordpool in verband met strategische voorraden en toegangswegen’.

‘Het blad Science publiceert eind januari 2008 een alarmerend artikel over de slechts zeer beperkte CO2-reductiebijdrage van de biobrandstoffen’.

‘De Europese Commissie zwakt de doelstellingen voor het volume biobrandstoffen fors af, want de impact op de voedselvoorziening is slecht: landbouwgronden worden gebruikt voor “energieplantages”’.

Wereldwijd ontstaan allerlei vormen van schaarste. De strijd om de laatste olie, de laatste voedselsoorten of juist nieuwe alternatieven leiden tot dynamiek, spanningen en nieuwe machtsverhoudingen. Grondstoffen, energiebronnen, water, voedsel, ruimte. Aan alles dreigt tekort, waarbij de verschillende schaarsten ook nog eens met elkaar concurreren. Marcel de Boer op 3 juli in Het Financieele Dagblad: “Op de toch al snel krapper wordende landbouwmarkten ontstaat steeds meer concurrentie tussen food (voedsel), feed (veevoer) en fuel (brandstof). Aangezien de productie nauwelijks stijgt, is het niet opmerkelijk dat de prijzen van agrarische producten snel oplopen”. Alles concurreert met alles op de beperkte ruimte leidend tot verschuivende machtsposities.

Schaarste in de geschiedenis

Schaarste is niet nieuw. Toen de mensen als jagers en verzamelaars rondtrokken, was schaarste de reden van het nomadenbestaan. De landbouwfase gaf stabiliteit, maar na enige tijd was de grond uitgeput of waren er te veel mensen op één plek. Regelmatig waren er periodes van ‘grote volksverhuizingen’. Steeds was schaarste, beter perspectief elders, de drijfveer. Steeds wisten mensen en volkeren schaarste op te vangen door tijdig naar alternatieven te zoeken, zoals op het gebied van brandstof. Hout werd als energiebron vervangen door turf, steenkool, olie en gas. Technieken werden op allerlei manieren doorlopend verbeterd, zodat, door op slimmere wijze te produceren, verhuizing kon worden voorkomen. Schaarste resulteerde en resulteert in hongersnoden overal in de wereld. Nu met name in delen van Afrika en vroeger ook in Europa. Nederland kende kort na de Tweede Wereldoorlog een emigratiegolf: boeren zochten ruimte in Canada, de VS en Australië. Schaarste heeft in de loop van de tijd haar stempel gedrukt op mensen en hun omgeving. Maar ook…er kwamen steeds oplossingen. Schaarste leidt tot innovatie en creativiteit.

Energie: TINA en TANIA

Energie is momenteel thema nummer één in de wereld. Voor de Europese Unie, voor de G7, voor president Poetin. Energie heeft te maken met de redding van de aarde, met het draaiend houden van de economie en energie is een politiek instrument geworden. Voor Poetin met Gazprom, voor de machthebbers in het Midden-Oosten en Chavez in Venezuela. Wereldwijd speelt het onderwerp van de energietransitie: van een dominant fossiele gaan we over op een dominant duurzame energievoorziening. De duur van deze transitieperiode hangt af van factoren in politiek, techniek en het gedrag van mensen. Snelheid is geboden, maar het snel geheel overschakelen op duurzame energie is niet mogelijk, want ook zonnepanelen en windmolens moeten gemaakt worden en vragen grondstoffen. Sterker, hiervoor zijn grondstoffen nodig die niet zomaar in voldoende mate aanwezig zijn. Ook zonnepanelen en windmolens vragen veel materiaal en dus kunnen we zeggen dat ook op dit punt weer sprake is van schaarste. Het op zeer grote schaal snel overschakelen op duurzame energie is eveneens om milieuredenen niet verstandig, want het zou een geforceerde beweging betekenen. Geforceerde bewegingen zijn juist voor het milieu vaak funest. Daarom is de periode van energietransitie zo belangrijk.

Ondernemingen als Shell zijn hier dagelijks mee bezig, met scenario’s. Shell is een olie- en gasbedrijf en is gebaat bij nadenken over de energietoekomst. Het gaat voor Shell zelf om de existentievraag en als mondiale speler opereert ze in ieder land in een hoofdrol. Shell gaat in deze uit van de drie harde waarheden, die absoluut niet meer ter discussie staan en die we als gegeven moeten beschouwen. Deze drie zijn:

  • De vraag naar energie neemt explosief toe;
  • De olie- en gasindustrie kan die vraag niet bijhouden;
  • De belasting van het milieu neemt toe.

Bij deze gegevens en ontwikkelingen spelen verschillende factoren mee. De belangrijkste zijn: de demografische ontwikkelingen, het milieu, de omvang van de vraag, de technologie, de hulpbronnen en de keuzes die mensen, bedrijven en politici maken. Dit alles bij elkaar geeft een mix van bewegingen, mogelijkheden en dilemma’s. het antwoord van Shell zit in twee antwoorden: Tina en Tania. Dit zijn afkortingen voor ‘There is no alternative’ en ‘There are no ideal answers’. Kortom: actie is nodig. Shell heeft in dat kader twee alternatieve scenario’s uitgewerkt: ‘Scramble’ en ‘Blueprints’. Het scenario Scramble staat voor doormodderen op de wijze van de afgelopen jaren, waarbij er veel los van elkaar staande alternatieven en initiatieven zijn, maar te weinig een op gezamenlijke afspraken gebaseerd plan. Het tweede scenario Blueprints gaat uit van coalities tussen landen en bedrijven, waarbij politici het voortouw nemen om echt stappen te zetten en toekomstgericht het energieprobleem aan te pakken. Dan kunnen we tot reductie van het gebruik komen en kunnen duurzame vormen van energie beter, sneller en meer in samenhang worden ingezet. Voor dit Blueprints scenario is het noodzakelijk dat de verantwoordelijke politici binnen vijf jaar cruciale beslissingen nemen en afspraken maken. Nu gaat het om beslissingen voor de komende vijftig jaar, want daar spreken we over wanneer we het hebben over investeringen in de energiesector.

Nieuwe dilemma’s in de energie

Wereldwijd nemen energiebedrijven, olieconcerns, energiereuzen als Eon en EdF en natuurlijk het Russische Gazprom, belangrijke posities in. Gazprom is, nadat het was geprivatiseerd, door Poetin weer onder het Kremlin gebracht en heeft bijna de gehele olie-, gas- en steenkoolsector in Rusland overgenomen. Poetin heeft op cruciale momenten een belangrijke knop om aan te draaien. Maar met de pijpleidingen van Rusland naar het westen, die terugverdiend moeten worden, is Rusland evenmin gebaat bij grote conflicten als Europa. En wanneer we overnight Rusland en het Midden-Oosten niet meer nodig zouden hebben voor de energievoorziening, zou dit een enorme instabiliteit veroorzaken in deze landen, wat evenmin wenselijk is. Voor landen als Frankrijk, Finland en Zwitserland, is het niet afhankelijk willen zijn van politiek instabiele landen een belangrijke reden om hun energievoorziening te baseren op kernenergie en waterkracht. In de Verenigde Staten pleit president Bush om die reden voor energiebesparing, kernenergie en het boren naar olie in Alaska.

Bij de productie en het gebruik van biobrandstoffen spelen andere dilemma’s: mogen we voedsel opstoken? Zie de tortillacrisis vorig jaar in Mexico toen de maïsprijs omhoog schoot doordat westerse bedrijven de maïs opkochten voor de brandstoftank in hun auto. Het gebruik van niet eetbare gewassen betekent dat deze niet als voedsel voor vee kunnen dienen. De forse subsidies op biobrandstoffen hebben tot gevolg dat het voor boeren interessanter is hun gewassen te bestemmen voor brandstof dan voor voedsel. En dat is bij energie iedere keer het geval: wanneer er een interessant alternatief gevonden lijkt te zijn, komen de bezwaren en de pijnpunten. Vervolgens reageren we daar weer op met zijn allen. Inmiddels zijn de biobrandstoffen in vier categorieën verdeeld: ja, ja tenzij, neen, tenzij en neen. Echt con amore zijn enkel de resten van planten die voor voedsel dienen: de stengels van de maïskolf bijvoorbeeld. De maïs zelf is absoluut ‘neen’. Kortom: biobrandstoffen zijn op hun retour. Daarbij komt eveneens steeds terug dat de ruimte maar één keer gebruikt kan worden. Kortom, zoals hierboven gezegd, een strijd tussen food, feed en fuel en, toegevoegd, free space, waarbij de fees leidend zijn. De ene schaarste annex oplossing roept weer een nieuwe schaarste op. C.Ford Runge en Benjamin Senauer beschreven dit prisoners-dilemma in Foreign Affairs: ‘How biofuels Could Starve the Poor’. De pijn is er wanneer de olieprijs daalt en de biobrandstof-boeren in ontwikkelingslanden in de problemen komen doordat olie dan weer populairder wordt en wanneer de olieprijs stijgt het voedsel in deze landen te duur wordt voor de bevolking. We kunnen het ook hebben over die andere energiebron die duurzaam is: waterkracht. Nog steeds veel toegepast in bergachtig gebied in Europa en ook veel in Azië. China heeft honderden grote en kleine stuwdammen en waterkrachtcentrales. Deze werden in het verleden rücksichtlos gebouwd met vele ondergelopen dorpen tot gevolg. Ook waterkracht heeft weer zijn nadelen, want water wordt ontdaan van zijn natuurlijke loop. Het gebruik van water bij energieopwekking leidt tot nieuwe schaarste in de landbouwgebieden stroomafwaarts. Ook dit strijdpunt heeft al weer geleid tot discussies, strijd en dilemma’s. Eigenlijk gaat het hier ook weer over het gebruik van de ruimte; hoe willen we deze inrichten: gaat de stuwdam (energie) voor of de landbouwgrond (voedsel)?. En dan kernenergie. Ook hier geldt weer: wanneer we één energiebron met enkel plussen zouden hebben gehad, dan hadden we hier al lang voor gekozen. Zo simpel is het niet. Kernenergie is mogelijk een oplossing, waarbij veel van de genoemde nadelen niet spelen. Kernenergie veroorzaakt in het proces zelf geen CO2-uitstoot, de grondstof uranium is ruim voorradig en komt uit stabiele landen verspreid over de wereld. Zeker wanneer de ontwikkelingen in verwerking en opslag van het afval verder gaan en positieve resultaten opleveren, kan deze energiebron bijdragen aan een oplossing.

Grondstoffen

Naast bovengenoemde energiebronnen zijn er andere grondstoffen, waar een steeds groter beroep op gedaan wordt. Momenteel woedt er een harde strijd tussen de bedrijven Billiton, Rio Tinto, Tata en enkele andere wereldwijd opererende grondstoffenbedrijven. Het gaat hier om ondernemingen die overal in de wereld mijnen, opslagplaatsen en verwerkende fabrieken van ertsen en andere grondstoffen hebben. Naast de harde concurrentiestrijd, voeren deze bedrijven ook strijd met en om elkaar: met overnames, vijandige biedingen en andere bewegingen als gevolg. Overnamebedragen van meer dan € 100 mrd zijn geen uitzondering. Het gaat daarbij om het verwerven van machtsposities en, bovenal, om het profiteren van de nieuwe schaarste. De wereldeconomie en de bouwputten in India en China vragen meer energie en grondstoffen. Een groeiende economie vraagt om gebouwen, infrastructuur en vervoersmiddelen. Aan de andere kant hebben de opkomende landen geleerd van onze fouten en knelpunten. In Brazilië is de energievoorziening, zeker voor transport, voor een groot deel gebaseerd op biobrandstoffen en een land als China slaat bepaalde stappen over: direct zonne-energie en direct wireless telefonie. Voorts hebben landen met nu nog weinig welvaart zoals bijvoorbeeld in Afrika door de aanwezigheid van grondstoffen juist nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden . De hernieuwde strijd om de Noordpool is grotendeels ingegeven door de eenvoudiger wordende winning van bepaalde grondstoffen en hiermee samenhangende logistiek. De echte strijd begint pas.

Voedsel

Onlangs gaf Jacques Diouf, de directeur-generaal van de FAO, aan dat de hoge voedselprijzen tot rellen kunnen leiden in de arme landen. Als één van de oorzaken van de stijgende voedselprijzen wordt het nonchalante monetaire beleid in de wereld genoemd. De reële rente stond de laatste jaren bijna op 0 procent, waardoor de economische groei hoog was en industriële investeringen veel meer werden gerealiseerd dan investeringen in de landbouwsector. Naast de oplopende prijzen van voedsel en commodity’s de laatste maanden, lopen de buffervoorraden terug. De ontwikkeling van de afgelopen decennia, waarin landbouwproducten in waarde daalden is doorbroken, mede dankzij het feit dat voedsel een energiebron wordt. De schaarste komt tot uiting in prijsstijgingen, die vraag en aanbod weer in evenwicht moeten brengen. De schaarste aan voedsel kent wereldwijd klimatologische, maar eveneens technische, politieke en economische oorzaken. Verbeteringen in de techniek (van waterbuffel naar tractor), in de politiek (van corruptie naar good governance) en in de economie en handel (fair trade en misschien importheffingen) kunnen schaarste voorkomen of terugdringen. Ook innovatieve technieken met gewassen (genetische manipulatie) bieden mogelijkheden. Bij schaarste aan voedsel is het helder: mensen zullen tot hun dood, letterlijk, vechten voor voldoende eten.

Water

Water is er te weinig, te veel of is te vies. Deze drie dilemma’s vragen verschillende oplossingen. Schaarste is er enkel wanneer er te weinig van is. Bij vervuild water kunnen we zeggen dat sprake is van schaarste aan schoon water. Te veel water is desastreus voor woningen, infrastructuur en, ook hier weer, voedselvoorziening. Water als energiebron frustreert het lager gelegen gebied. Schoon water is cruciaal voor een goede gezondheidsvoorziening en dringt ziektes met sprongen terug. Water om te drinken, maar ook water om te reinigen en voor productiedoeleinden is cruciaal. Water is eveneens een concurrent van ruimte. Zie Bangladesh en Nederland met hun lange strijd tegen water en de verworvenheid van dijk en polder. Met de veranderingen van klimaat en daarmee van zeehoogtes, weertypen en rivieren staat het onderwerp water, zeker in relatie tot energie, voedsel en, uiteindelijk, ruimte, prominent op de agenda.

Wat water betreft is er nog een kant die in dit verband relevant is, zeker wanneer we het hebben over strategische posities. Momenteel is water namelijk rond de noordpool ook een relevante factor geworden als logistiek machtsinstrument. Door het smelten van sneeuw en ijs aldaar zijn de vaarwegen langere tijd bevaarbaar: een alternatief voor het Panamakanaal en mogelijkheden voor havens en nederzettingen. Met de winbaarheid van aardgas en van olie uit teerzanden in Canada en de aanwezigheid van uranium wint Canada aan strategische positionering: verschuiving van machtsverhoudingen.

Verschuiving van machtsverhoudingen

Wat is nu de impact van al deze ontwikkelingen? Wat gebeurt er in de samenleving wanneer schaarste optreedt? Olie- en energieconcerns, grondstofbedrijven, wereldwijd opererende voedingsmiddelenbedrijven en banken die de handel en de infrastructuur financieren spelen alle hun eigen rol in deze schaarste. Schaarste is niet alleen een economisch, maar ook een maatschappelijk en politiek vraagstuk. Hand in hand hiermee gaat een strijd om macht, invloed en overleven. Sommige landen zullen aan macht en invloed inboeten, andere aan macht winnen. Dat impliceert ook een herijking van ontwikkelingssamenwerking-, defensie- en veiligheidsbeleid. Nu de politiek weer een grotere rol moet gaan spelen betekent dat eveneens een trendbreuk met de laatste decennia, decennia die gekenmerkt werden door liberalisering en een zich terugtrekkende overheid. Deze nieuwe vorm van schaarste heeft ook tot gevolg dat er nieuwe spelers op het wereldtoneel verschijnen. Het zijn landen met veel grondstoffen en ruimte, zoals Rusland en Brazilië, die aan invloed winnen: Rusland natuurlijk met zijn enorme voorraden olie, gas en steenkool en Brazilië met zijn sterke positie in de biobrandstoffen en de ruimte. Ook de twee andere BRIC-landen, China en India, zullen hun positie op de wereldmarkt versterken. Maar ook deze landen lopen op hun beurt tegen hun grenzen aan vanwege overbevolking, milieuproblemen en daarmee samenhangende sociale knelpunten.

Dit alles vraagt de nodige wijsheid van politieke, industriële en andere leiders in de wereld. De komende vijf jaar zullen cruciale beslissingen genomen moeten worden op het terrein van energiewinning, voedsel, water en energie als commodity. Er zijn te dien aanzien drie mogelijkheden: We kunnen er voor kiezen verder te liberaliseren met vertrouwen in marktwerking. We kunnen opteren voor een beleid van publiek-private samenwerking. Of we kunnen op enkele punten een stap terug doen en overheid en politiek weer meer invloed geven als hoeder van de publieke zaak.