Red een kind of red de aarde
Wilbert van Eijck
Een artikel in een krant in september 2011 met de kop “Wereldwijde kindersterfte daalt sterk” roept bij u misschien geen gemengde gevoelens op. Bij ons wel. Enerzijds kunnen we positief zijn over de huidige medische kennis, waardoor er minder kinderen sterven aan vermijdbare ziekten. Anderzijds zorgen deze ingrepen ervoor dat de wereldbevolking nog meer en nog sneller toeneemt. Door het optreden van de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef zijn er in een decennium miljoenen kinderen in leven gebleven. Wie dragen nu bij aan de overbevolking: de genoemde organisaties of de kinderen?
Die organisaties natuurlijk, want die kinderen hebben niets te willen. En het redden van kleine kinderen heeft ook nog eens een hoog moreel gehalte. Wie wil er nu een kind zomaar laten sterven? Dat doen we niet; we grijpen in. Maar het neveneffect van dat ingrijpen is versnelde bevolkingsgroei. Of de geredde kinderen in een leefbare wereld terecht komen, zult u van die organisaties niet horen. En geboorteregeling is in die kringen niet bespreekbaar.
Als zo’n organisatie weer eens bij u aanklopt voor een financiële bijdrage, kunt u haar vragen wat zij doet aan het bovengenoemde dilemma. Blijft zij alleen maar kinderen redden en daardoor bijdragen aan overbevolking? Of ziet ze ook een mogelijkheid om het aantal geboorten te laten dalen? Misschien is er een keurmerk nodig dat aangeeft dat dergelijke organisaties op een verantwoorde manier de kindersterfte beperken, maar ook de bevolking niet doen groeien.