Nog steeds veel te veel mensen
Reactie op artikel ‘Overbevolking? Straks zijn we met steeds minder’ in NRC 4 september 2020
Straks zijn we met minder mensen, constateert Maarten Boudry. Komt de bevolkingsdivisie van de Verenigde Naties nog uit op een aantal van 10,88 miljard wereldburgers in 2100, een recente studie in het medische tijdschrift The Lancet voorspelt een aantal van 8,79 miljard, overigens wel na een piek van 9,73 miljard mensen in 2064.
Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw zal onder het vervangingsniveau van twee dalen en de wereldbevolking zal verder te slinken.
Het gaat bij al deze getallen om gemiddelden. Gemiddelden kunnen grote verschillen maskeren. Van een aantal landen zal de bevolking deze eeuw krimpen. Daar staat tegenover dat twee regio’s op aarde veel meer mensen zullen bevatten dan nu. In Noord-Afrika en het Midden-Oosten zal de bevolking met 63% zijn toegenomen en in Afrika onder de Sahara zal de bevolking zijn verdrievoudigd. Dat laatste betekent dat de middelen van bestaan en de infrastructuur op zijn minst ook met een factor drie moeten worden uitgebreid. De benodigde investeringen schieten echter daar nu al jaarlijks met meer dan de helft te kort.
De auteurs van het Lancet-artikel hebben geen aandacht geschonken aan de mogelijkheid van landen om hun burgers te onderhouden. In tal van landen stelt een beperkte eigen voedselvoorziening geen grenzen aan het aantal inwoners, omdat voedsel kan worden ingevoerd. Zo gebruikt Nederland – toch bij uitstek een exportland van voedselproducten als zuivel en vlees – anderhalf keer het eigen agrarisch areaal voor zijn consumptiebehoefte. De mogelijkheid om voedsel te importeren ligt echter anders in landen met een laag inkomen en een sterke bevolkingsgroei, zoals Niger, Tsjaad en Zuid-Soedan. Dit soort landen zijn het kind van de rekening als de wereldvoedselproductie de vraag nu al niet meer kan bijbenen. De mate van ondervoeding in de wereld vertoont al jaren een stijgende lijn.
Heel veel mensen op de wereld zullen de komende decennia te kampen krijgen met voedseltekorten, ook al ligt een daling van de wereldbevolking in het verschiet.
Maar dat is niet het enige probleem. Mensen in opkomende landen willen niet arm blijven en zullen meer gaan consumeren en vervuilen. Bekend is de mondiale ecologische voetafdruk, waarbij het Global Footprint Network regelmatig rapporteert hoeveel aardes de mensheid voor haar consumptiegedrag nodig heeft. Op dit moment verbruiken we met zijn allen de biocapaciteit van 1,7 aardbol. Er zijn echter gigantische verschillen in de mate waarin inwoners van diverse landen een beroep doen op de beschikbare natuurlijk hulpbronnen. Zo zouden de inwoners van India kunnen volstaan met 0,7 aardbol, terwijl de inwoners van de Verenigde Staten vijf aardbollen nodig hebben. De voor de hand liggende conclusie is dat rijke landen ver boven hun stand leven en daarom drastisch moeten consuminderen en vergroenen om binnen de aardse perken te blijven. Maar stel, dat iedereen op aarde zijn voetafdruk zou afstemmen op het huidige wereldgemiddelde van 2,75 hectare biologisch actieve grond per persoon. Dan zijn de verhoudingen omgekeerd en zou India voor zijn verbruik op 6,5 aardbollen uitkomen en de Verenigde Staten op ongeveer driekwart aardbol.
De overexploitatie van de aarde hangt vooral af van de mensenaantallen die naar welvaartsverbetering streven. De ecologische voortafdruk wordt in wezen bepaald door het aantal voetjes. En de mensheid gaat gewoon door met het uitmergelen van de aarde totdat alles op is. Het kan best zijn dat volgens de door Boudry genoemde Simon Abundance Index grondstoffen overvloediger en goedkoper worden naarmate de wereldbevolking groeit. De vraag neemt toe, en heel veel ondernemingen springen daarop in. Naast aardolie wordt olie uit teerzand gewonnen, met desastreuze gevolgen voor het milieu. Voor kobalt voor onze batterijen en accu’s worden kinderen de mijnen ingejaagd, zo houd je de kosten laag.
Het grootste probleem voor de wereld wordt nog steeds gevormd door de groeiende mensenaantallen die voortdurend meer van de aarde vergen, met schaarste en uitbuiting tot gevolg, en zeker niet door een krimpende en vergrijzende bevolking in een aantal landen.