30 augustus 2022

Immigratie, bevolkingsgroei en huizentekort

“Je kunt niet ieder jaar 120.000 mensen binnenlaten en dan verbaasd zijn dat je te weinig woningen hebt.” Met deze uitspraak bij Omroep WNL veroorzaakte voormalig minister Henk Kamp (VVD) een kleine doch hevige twitterstorm. Kamp riep in hetzelfde gesprek op tot een kritische blik op de instroom van asiel- en arbeidsimmigranten bij het oplossen van de wooncrisis.

Huizentekort slechts voor een deel te wijten aan liberalisering van de woningmarkt
De reacties waren redelijk voorspelbaar. Linkse twitteraars noemden Kamp een racist die vluchtelingen de schuld van de wooncrisis gaf, terwijl zijn eigen partij notabene ‘de volkshuisvesting had gesloopt’. Ter rechterzijde zag men de bevestiging van wat men al lang dacht te weten, dat er 120.000 asielzoekers per jaar in ons land arriveren en ‘onze’ woningen inpikken.
Wie heeft gelijk? Nu klopt het dat mede dankzij Kamps eigen partij in de afgelopen decennia meer dan 100.000 sociale woningen uit de voorraad zijn verdwenen door huurliberalisatie, sloop en verkoop, terwijl de behoefte aan sociale woningen níet afnam – door bevolkingsgroei, maar ook door huishoudverdunning en gebrek aan doorstroming. Maar de wooncrisis raakt niet alleen de onderste regionen van de woningmarkt. Ook mensen die zijn aangewezen op de vrije sector of betaalbare koopwoningen komen nauwelijks nog aan de bak. Dat heeft deels met de financialisering[1] van de woningmarkt te maken, maar ook met een toenemende disbalans tussen vraag en aanbod. Anders gezegd: de bevolking is in het afgelopen decennium met één miljoen inwoners gegroeid, terwijl de bouwproductie daarbij ver achterbleef.

Ondanks regionale verschillen raakt het woningentekort de hele huizenmarkt
De gevolgen van die bevolkingsgroei op de woningmarkt verschillen naar gelang de regio en het soort migratie. Statushouders zijn aangewezen op de sociale sector, maar arbeidsimmigranten komen daar gezien de benodigde inschrijvingsduur niet voor in aanmerking. Zij zijn dan weer een interessante ‘markt’ voor pandjesbazen en uitzendbureaus, die in het afgelopen decennium massaal woningen opkochten in bijvoorbeeld het Haagse Laakkwartier, in gemeenten in de kop van Noord-Holland, de Betuwe en de regio Rijnmond. In Amsterdam, Utrecht, Den Haag en de regio Eindhoven is de toestroom van kennisimmigranten of expats een invloedrijke factor – het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde dat expats – toch al door de bank genomen kapitaalkrachtig en ook nog eens bevoordeeld door 30% belastingvrij salaris – lokale bewoners van de woningmarkt (zowel koop- als huur) verdringen. Het gevolg is dat er een verhuisstroom van twintigers en dertigers op gang is gekomen vanuit de Randstad richting het oosten en noorden van het land – waardoor ook daar de tekorten toenemen en de prijzen stijgen. Studentenhuisvesting heeft zijn eigen dynamiek, maar ook hier is de druk van de alsmaar groeiende stroom buitenlandse studenten zo hoog dat universiteiten inmiddels oproepen om niet meer naar Nederland te komen, tenzij een student over woonruimte beschikt.

Bevolkingsgroei en huizentekort onderschat
Paul Scheffer kaartte het al aan bij het verschijnen van zijn essaybundel ‘De vorm van vrijheid’: “De afgelopen decennia hebben de prognoses vaak achtergelopen bij de dynamiek van de immigratie, die voor bijna negentig procent de bevolkingsgroei bepaalt. Het verbaast mij niet dat we mede door deze groei tekorten zien op de woningmarkt.” Peter Boelhouwer, hoogleraar housing service aan de TU Delft, wijst regelmatig op het verband tussen de enorme bevolkingsgroei en het woningtekort: “Het probleem is dat we de migratie hebben geaccommodeerd, maar de voorzieningen die erbij horen –in dit geval dus woningen– we er niet bij hebben georganiseerd”. Maar waar Scheffer pleit voor meer controle op immigratie, is Boelhouwer, en samen met hem vele anderen, van mening dat het aanbod de vraag domweg dient te volgen. De vraag zelf staat bij hem nooit ter discussie. “Anders lopen hier dadelijk alleen maar oude mensen rond,” zegt Boelhouwer in een interview met SGP-blad Zicht Magazine. Dat al die jonge immigranten ook oud worden, is een gedachte die niet bij Boelhouwer opkomt.

Beoogde woningbouw is onhaalbaar
De fixatie op het aanbod  is ook terug te zien in woningbouwambitie van het kabinet. Bij het aantreden werd er vanuit gegaan dat Nederland vóór 2030 één miljoen woningen moet bouwen – 100.000 per jaar – , waarvan 436.000 woningen om de bevolkingsgroei te accommoderen. Maar nog geen anderhalf jaar later zijn de meeste experts pessimistisch gestemd over de haalbaarheid van dat streven. Niet alleen kampt de bouw met een alsmaar groeiend personeelstekort, maar ook de gemeenten die de bouwvergunningen moeten afhandelen. Bouwmaterialen worden schaarser en daardoor duurder. Nutsbedrijven waarschuwen dat drinkwater- en energievoorziening geen gelijke tred kunnen houden met de bouwambities. Stedelingen protesteren tegen het volbouwen van groen binnen de stadsgrenzen, boeren en buitenlui tegen het volbouwen van agrarische grond. Stikstofcrisis, geluidsbelasting, energietransitie en de verwachte problemen rondom de invoering van de Omgevingswet zijn niet bepaald imaginaire beren op de weg. Dat is nu al terug te zien in de cijfers. Van de 100.000 te bouwen woningen worden dit jaar naar verwachting maar 52.000 gehaald. Het zal volgend jaar, gezien de mondiale ontwikkelingen, niet veel beter worden. Hogere rentes en onzekere economische vooruitzichten zullen een dempend effect hebben op de prijsontwikkeling, maar zolang de bevolking in dit tempo blijft groeien zal het feitelijk tekort alleen maar toenemen.

Beperken van instroom van buiten is de beste remedie tegen het woningentekort
Paradoxaal genoeg leidt juist een chronisch tekort aan (betaalbare) woningen tot een afzwakking van de bevolkingsgroei. Mensen stellen het nemen van kinderen uit of zelfs af. Voor kennis- en arbeidsimmigranten en internationale studenten wordt Nederland steeds minder aantrekkelijk als vestigingsplaats. Dat is op zich goed nieuws. Maar het betekent ook dat iedere verlichting van de woningnood leidt tot een nieuwe instroom van mensen. Het verhaal begint dan weer van voor af aan. Beleidsmakers en politici zullen hun focus daarom hoe dan ook moeten verleggen naar de vraagzijde van de wooncrisis. Inmiddels gaan er steeds meer stemmen op om samenwonen en kamerverhuur financieel weer aantrekkelijk te maken, om zo wat te doen aan de huishoudverdunning. De echte winst ligt echter in het fors beperken van de instroom van nieuwe inwoners. Dat tijdens alle kabinetten Rutte het migratiesaldo vijf keer hoger lag dan in de jaren daarvoor heeft alles te maken met fiscale voordelen en regelingen voor internationale bedrijven, met de deregulering van de uitzendbranche, de fiscale voordelen voor het inhuren van arbeidsimmigranten en het stimuleren van werkgelegenheid waarvoor geen Nederlander te vinden is. Misschien kan Henk Kamp daarover nog eens een goed gesprek voeren met zijn oud-collega’s.

[1] Een proces waarbij de invloed van financiële markten, financiële instellingen en financiële elites op het economische beleid groeit.