29 maart 2014

Houdt u van in boter gebakken biefstuk?

Of eet u liever kaas? Of alleen magere yoghurt? Besef dan wel dat in Zuid-Amerika een stuk natuurgebied ter grootte van Duitsland is opgeofferd aan de sojateelt. De groeiende vraag naar vlees en zuivel als gevolg van een toegenomen welvaart zal de behoefte aan soja tussen nu en 2050 zelfs doen verdubbelen.

Nederland is na China de grootste importeur van soja. ‘Wij eten indirect meer soja dan we ons realiseren,’ zegt Johan van der Gronden, directeur van het Wereld Natuur Fonds. ‘Het overgrote deel van de sojateelt wordt namelijk verwerkt in veevoer voor de productie van vlees, melk, eieren en kaas. Als je een kilo kip koopt, kan daar een pond soja voor zijn gebruikt. Eigenlijk eten wij langzaam de natuur in Zuid-Amerika op.’
In een halve eeuw is het grondgebied waar soja wordt verbouwd vertienvoudigd tot een oppervlak van Frankrijk, Duitsland, België en Nederland samen. De sojateelt heeft op zijn beurt weer andere agrarische activiteiten naar ongerepte natuurgebieden verdreven.
Het behoeft geen betoog dat op andere continenten soja verbouwen en van overzee importeren als voer voor de Nederlandse veestapel een zeer verspillende manier is om aan vlees en zuivelproducten te komen – die we dan ook nog eens voor een belangrijk deel exporteren. Het is vele malen duurzamer om van de eigen akkertjes en weilanden te leven en alleen te produceren in wat we zelf nodig hebben, zonder in- of uitvoer en energieverslindende transporten. Alleen duurzame lokale voedselproductie kan de mensen op lange termijn voedselzekerheid verschaffen.
Wat geldt voor soja, geldt ook voor de teelt van gewassen voor biobrandstof. Ook hiervoor worden niet alleen de natuurgebieden, maar ook kostbare landbouwgronden opgeofferd.

Slechts een drastische vermindering van het aantal mensen zal – gegeven hun groeiende vraag naar vlees en eiwitrijk voedsel en hun energieverslaving de aarde leefbaar kunnen houden. En  voor de liefhebbers is er dan zelfs op zijn tijd ook nog wel een biefstukje.