3 juli 2010

Het bespreekbaar maken van het onderwerp overbevolking

Roxane Rakic, psycholoog

Het probleem van overbevolking wordt meestal belicht vanuit een economische, voedseltechnische of milieukundige hoek. Tot op de dag van vandaag blijft het echter een onderwerp dat moeilijk aan de man te brengen is, hoewel mondjesmaat steeds meer mensen zich zorgen maken.

De durf om dat hardop te uiten, ontbreekt. Daarom is het interessant te bedenken, waarom die durf er niet is.

In dit stuk komen de invalshoeken aan de orde die te maken zouden kunnen hebben met de reden waarom het onderwerp zo moeilijk bespreekbaar is. Het zijn wellicht het verschil in vrijheid en autonomie, de politieke en economische machten en het menselijke gedrag dat wordt gestuurd door aangeboren gedragingen en de omgeving.
Vrijheid en autonomie
Het onderwerp ‘hoeveelheid mensen op deze aarde’ of ‘overbevolking’ is een moeilijk bespreekbaar onderwerp. Dat zou kunnen komen, omdat het dicht bij de waarden en grondrechten van de mens komt zoals vrijheid en het recht op autonomie. Deze waarden en de uiting daarvan, worden verschillend geïnterpreteerd door verschillende landen. In rijke landen heeft ‘vrijheid’ een andere lading dan in arme landen. In rijke landen, voornamelijk westerse landen, voelt men zich ‘vrij’ als men bijvoorbeeld genoeg tijd heeft voor zichzelf, zich kan uiten en ontplooien en de keuze kan maken wel of géén kinderen te krijgen. Als men wél kiest voor kinderen, dan zijn die gewenst. Mensen hebben daar over het algemeen heel bewust over nagedacht. Omdat wij in rijke landen veel waarde hechten aan vrijheid en autonomie, is het wellicht des te moeilijker om uitspraken te doen over de hoeveelheid kinderen die mensen krijgen.
Functies van het gezin
De functie van het gezin is in rijke landen niet meer de biologische: voortplanten van de soort. Het heeft ook niet meer de economische functie: kinderen laten meehelpen om geld te verdienen voor het gezin. En de religieuze functie is ook vaak zoek: overbrengen van de religie. Maar de affectieve functie van het gezin is groot: genieten van je kinderen en van elkaar houden. In rijke landen willen we plezier hebben van die paar kinderen die we krijgen. We willen ze zien opgroeien, helpen met hun school waar velen zich ook graag in mengen en we gunnen onze kinderen een sportclub en muzieklessen.
In arme landen is, in onze ogen, de vrijheid en autonomie niet zoals wij die ervaren. Veel vrouwen zijn niet vrij in de keuze van hun huwelijkspartner en al helemaal niet in de keuze van het aantal kinderen dat ze krijgen. Het gezin heeft daar vooral de biologische, economische en religieuze functie. Mensen in deze landen blijven veel kinderen krijgen, ondanks het feit dat er noch voor hen zelf noch voor kinderen nauwelijks voedsel, scholing en toekomst zijn en veel landen worden geteisterd door burgeroorlogen.
Met de komst van vele immigranten uit armere landen naar rijke landen, wordt dit zichtbaar. Voor de meeste allochtonen is de functie van het gezin die van de biologische, economische of religieuze. Dat botst met de waarden en normen van de cultuur in het rijke land. Het aantal kinderen dat allochtonen krijgen is veel groter dan dat van de autochtone bevolking. Door een partner uit het land van herkomst te halen, blijft hun systeem in stand, terwijl hun omgeving die van een rijk land is. Er is als het ware geen aansluiting. Intussen groeit hun aantal sterker vergeleken met de autochtone bevolking.
Seksualiteit
Een andere invalshoek van de begrippen vrijheid en autonomie is die op het gebied van seksualiteit. Seksualiteit is in eerste instantie bedoeld om zich voort te planten. Seksualiteit en voortplanting hebben in verschillende landen op de wereld verschillende betekenissen. In arme landen is het nog steeds de voortplanting. Als de internationale politiek maatregelen invoert om te bevorderen, dat mensen in deze landen minder kinderen krijgen, dan zal bij de bevolking wellicht de gedachte en de daaraan gekoppelde angst ontstaan, dat ze het als volk niet zullen overleven. Het wekt misschien zelfs een concurrentie in de hand, waarin de ene bevolking bang is dat een andere bevolking zal overheersen. De reactie daarop zal eerder zijn om méér kinderen te krijgen in plaats van minder.
In rijke landen is de betekenis van seksualiteit die van genot hebben, het ontwikkelen van identiteit en zelfontplooiing. In ontwikkelde landen zien mensen het als een vrij geworven recht om kinderen te plannen en te krijgen. ‘Kinderloos zijn’ wordt gezien als een gemis dat gecompenseerd moet worden door middel van medische interventie zoals IVF. Het hebben van kinderen wordt gezien als erbij horen en sociale status. Mensen vinden dit erg belangrijk en zijn gevoelig voor oordelen van anderen op dit gebied (‘Heb jij geen kinderen, waarom niet?’). Bewust kinderloze mensen moeten zich als het ware verantwoorden voor het niet kiezen voor kinderen, terwijl de keuze met de daaraan gekoppelde consequenties om wél kinderen te krijgen eigenlijk een veel zwaardere is. En deze keuze zien mensen als vanzelfsprekend. Mensen in rijke landen kunnen maatregelen ter bevordering van inkrimping van de bevolking interpreteren als een schending van de vrijheid waar ze ooit zo hard voor hebben gevochten. Het komt té dichtbij. De ander komt aan hun intimiteit, hun genot.
Het heeft te maken met hoe wij als mens gezien willen worden. Het heeft te maken met onze sociale status: bijvoorbeeld ik als moeder van een gezin. Want dan pas word ik geaccepteerd. En hoe wij anderen zien: bijvoorbeeld wat vervelend voor je dat je geen kinderen kunt krijgen, dat moet een gemis zijn. Maatregelen invoeren op het gebied van veiligheid of verkeer worden wel geaccepteerd. Die raken de mens niet in zijn intimiteit.
Machten
‘Gaat en vermenigvuldigt u’. Deze boodschap kan voortkomen uit politieke, economische of religieuze hoek. Vroeger waren de proletariërs machtig in het aantal kinderen dat ze hadden. Ceaucescu wilde regeren over 25 miljoen mensen en dwong de bevolking kinderen te krijgen, terwijl de mensen leefden onder erbarmelijke omstandigheden. Regeren over een land met veel mensen betekent (inter-) nationaal meer invloed uit kunnen oefenen en dus meer macht.
Grote multinationals hebben eveneens baat bij veel mensen. Hoe meer mensen in arme landen voor hen werken, hoe meer geld zij verdienen, hoe meer macht ze hebben. Inkrimping van de bevolking betekent in hun ogen wellicht niet meer groeien en dus verlies van macht.
Westerse hulporganisaties doen hun uiterste best om anticonceptie bespreekbaar te maken en uit te delen in arme landen. De paus bezoekt deze landen ook en adviseert de mensen om zich toch vooral voort te planten. Dat deden die volkeren al. Anticonceptie is nieuw en roept vraagtekens op. Handhaving van het oude gedrag ligt voor de hand. Zeker als dat óók nog eens beloond wordt. Deze voorbeelden zijn een vorm van collectieve weerstand die geuit wordt bij het bespreekbaar maken van overbevolking.
Gedrag van de mens: aangeboren en aangeleerd
Menselijk gedrag wordt gestuurd door waarden. Dat zijn die zaken in ons leven die we belangrijk vinden zoals vrijheid, geaccepteerd worden, respect, aanzien krijgen, erkenning en identiteitsontwikkeling. Als meer mensen een bepaalde waarde belangrijk vinden, wordt het een norm. We maken dan regels om die waarde te kunnen uiten. Vervolgens worden mensen geacht zich aan die norm te houden of voelen zij zich daartoe gedwongen.
In het geval van voortplanting kan gezegd worden dat mensen gestuurd worden door de waarde dat het hebben van kinderen een mooi goed is. Velen blijken er zo over te denken. De norm is: kinderen krijgen is een mooi goed. Dit ter discussie stellen is als het ware ‘not done’. Je spreekt de norm tegen. Dat levert weerstand op of conflict. Mensen willen dat liever niet.
Mensen reageren snel uit emotie en denken dat degene die het slechts bespréékbaar wil maken, tégen is. Vervolgens wordt de gedachte ‘je bent er tegen’ veroordeeld tot bijvoorbeeld ‘wat een racist’, want racisten zijn slechte mensen’. Blijkbaar is het heel moeilijk voor mensen om eerst te luisteren naar wat de ander precies wil of bedoelt, als deze zoiets bespreekbaar wil maken. Deze stap lukt zelden. Mensen willen hun waarden en normen bewaken en beveiligen. Deze maken deel uit van hun identiteit. Die willen ze niet kwijt. Het uit zich in een opstelling van aanval en verdediging. Dat is niet bevorderlijk om dieper in te kunnen gaan op een onderwerp. De neiging is om ‘dan maar’ in te binden en mee te gaan of te zeggen ‘laat maar’.
Deze gedachte gaat ook op voor de waarden erkend, gewaardeerd en geaccepteerd te worden. Een politicus wil graag gewaardeerd worden. Door een uitspraak te doen over overbevolking, maakt hij zich niet geliefd. Een politicus wil stemmen winnen voor de partij. Op deze manier lukt dat dan niet. Ook ‘nee’ zeggen tegen immigratie levert het idee op ‘niet aardig gevonden worden door de ander’. Dat risico nemen mensen liever niet. Of het volk de politicus inderdaad niet aardig vindt, of dat het hem alleen maar zal prijzen voor zijn standpunt, komt niet eens duidelijk naar voren.
Mensen laten zich beïnvloeden door de omgeving en mensen leren van hun ervaringen. Mensen leren vooral, als ze geconfronteerd worden met hun ervaringen. Vooruit denken over die confrontatie, levert nog niet de daadwerkelijke confrontatie op. Mensen leven in het hier en nu. Nu hebben de meeste mensen nog geen directe last van overbevolking of ze zijn zich niet bewust van de oorzaak van hun stress, files, wachttijden enz. De enkeling die de overbevolking wél als oorzaak van problemen ervaart, verhuist naar een gebied waar minder mensen wonen, naar randgemeenten of emigreren naar het buitenland.
Nú maatregelen nemen op het gebied van overbevolking levert op zijn vroegst effect op over 20 jaar. Dat is voor de meeste mensen te ver weg. Zeker voor de massa. Zo lang mensen nu nog voedsel en water hebben, elke dag onder de douche kunnen en hun huis nog stevig staat, gaan ze door met de orde van de dag. Er is geen interesse in het vraagstuk, want het raakt de mensen niet. Mensen kiezen voor het dagelijkse leven op de korte termijn. Dat leven moet gemakkelijk zijn, moet fijn zijn, moet plezierig zijn, mag geen pech opleveren enz. Mensen kiezen niet voor investeren in activiteiten die pas effecten hebben op lange termijn: zuinig aan doen, minder water gebruiken, minder luxe gebruiken etc. Wellicht heeft dat ook te maken met het feit dat iemand dat uit zichzelf niet zomaar zal doen, als de anderen het ook niet doen. ‘Waarom zou ik zo zuinig doen, als het in het leven van alle dag geen effect heeft en mijn buurman het ook niet doet. Wat maakt het nou uit, als ik wél zuinig doe met water en de industrie toch doorgaat?’ Bovendien, voedsel kopen dat bijvoorbeeld van biologische herkomst is, is vele malen duurder. De massa heeft in dat opzicht niet eens een keus. Alleen mensen met uitgesproken principes willen daar nog wel aan meedoen. Zij begrijpen, dat ze tevens betalen voor het milieu.
Hooguit zal de mens de indirecte gevolgen merken: files, inzakken van de grond, vervuiling, enz. Echter, veel mensen hebben de utopie dat de mens als wezen, tegen de tijd dat het echt menens wordt, wel een uitvinding zal hebben. ‘De techniek laat ons niet in de steek. De generatie ná ons kan dat wel opknappen’. Dat steeds de symptomen worden opgelost en niet de oorzaak zelf wordt aangepakt, dringt niet door.
De (westerse) mens heeft een onbeperkt geloof in zijn eigen kunnen. Geloof in de maakbaarheid van de samenleving en misschien wel in de maakbaarheid van de mens. Dat er ooit echt een grens aan de groei zal zijn, is dan niet gemakkelijk te accepteren. Het gaat toch nog steeds goed? Pas als er een natuurramp is zoals een grote overstroming, of als AIDS veel slachtoffers maakt, beginnen sommigen toch wel te piepen, maar al snel wordt de schuld gegeven aan ‘falende’ hulpdiensten die in wezen slechts symptoombestrijders zijn. Waaróm er een overstroming is en waaróm er AIDS is…? Het verband tussen dergelijke problemen en de hoeveelheid mensen, dat zien mensen niet gauw. Het idee dat de natuur zou ingrijpen in het aantal mensen, vinden mensen vaak onacceptabel.
Een lange weg te gaan
Om inzicht te geven in het feit dat de hoeveelheid mensen de oorzaak is van vele problemen en dat niet alleen de natuur maar ook de mens zelf daardoor in de problemen komt, zal een lange weg zijn. Belangrijk is, dat er wetenschappelijk bewijs komt. Tevens is belangrijk, dat het probleem van de overbevolking zódanig wordt gepresenteerd, dat het uitdaagt tot nadenken in termen van zorg. Zorg voor onszelf, de natuur en de toekomstige generaties. Deze internationale dialoog zoeken en voeren zal meer effect hebben dan een debat en het opleggen van maatregelen van bovenaf.