16 juni 2025

Bespreking van Jan van de Beek, Migratiemagneet Nederland.

Bespreking van Jan van de Beek, Migratiemagneet Nederland
Mythen.Feiten.Oplossingen. Uitgeverij Blauwburgwal 2024 ISBN 9789493340121

Peter Blok

Het schrijven van een recensie kan iets hebben van een conversatie met een auteur die niets terugzegt. Het is derhalve raadzaam voor een recensent om zich tot zijn lezers te wenden. Hierbij moet hij die lezer voor twee zaken zien te interesseren. Ten eerste: zit het boek goed in elkaar, deugen aannames, cijfers, berekeningen en gevolgtrekkingen? Ten tweede: is het volgens de recensent een boek dat een lezer moet gaan lezen die geïnteresseerd is in het thema van het boek? In dit geval gaat het om bevolkingsvraagstukken in het algemeen en migratievraagstukken in het bijzonder. Ook mag de recensent iets laten merken van zijn eigen ervaringen bij het lezen.

Geen gefundeerde kritiek
Het boek kreeg van diverse experts een negatieve ontvangst. Voor zover mij bekend, ging dit nooit op basis van bewijs dat sommige cijfers niet klopten of dat berekeningen niet deugden. Peter Hein van Mulligen van het CBS noemde de schrijver van het boek iemand die opereert in de marge van de wetenschap. Hiervoor heeft hij zijn excuses aangeboden. In een reactie op een interview met de auteur in De Volkskrant schreven de migratieprofessoren Leo Lucassen en Hein de Haas een artikel waarin ze de gegevens in het boek aanvochten. Helaas maakten zijzelf in hun artikel elementaire rekenfouten, iets wat o.a. in een artikel in EW werd aangetoond. Ook een gerenommeerde instantie als het NIDI, het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut, lijkt er nog steeds van overtuigd dat migratie een positief economisch effect heeft. Maar gefundeerde kritiek op de cijfers of de berekeningen is tot dusver achterwege gebleven. Het boek blinkt uit in het nauwkeurige onderscheid tussen berekeningen en de resultaten daarvan enerzijds, en suggesties (nadrukkelijk zo genoemd) voor remedies tegen de nadelen van migratie anderzijds. De centrale conclusie van het boek is dat de overheidskosten voor vrijwel alle asiel- en laag gekwalificeerde arbeidsmigranten de eventuele baten ver overtreffen.

Nu punt twee. Simpel gezegd, ja! Lees dit boek! Uw recensent is er laaiend enthousiast over. In de meeste boeken over migratie wordt de lezer lastiggevallen met ellenlange betogen over hoe zuiver de ethische normen van de schrijver zijn, hoezeer de schrijver daarmee geworsteld heeft en hoe glorieus hij alle hindernissen dienaangaande overwonnen heeft. Ik ken geen uitzonderingen, al blijven die theoretisch mogelijk. Het zijn naar mijn ervaring altijd prullenbakboeken, oftewel boeken die niet de moeite van het lezen waard zijn.

Een groot deel van mijn enthousiasme komt voort uit een vrolijk makend gevoel van jaloezie. Ooit moest ik na mijn kandidaatsexamen sociale geografie kiezen voor een hoofdvak en twee bijvakken. Ik koos als hoofdvak planologie. Deze naam was vrijwel geheel een synoniem voor ruimtelijke ordening, al werd ook vaak de term stedenbouw gebruikt. Vrijwel automatisch koos ik als eerste bijvak demografie. Planologie zonder een degelijke basis van cijfers en berekeningen over de te verwachten bevolkingsdynamiek en samenstelling zou anders maar een hol vak zijn dat zich vooral bezighield met modetrends en ideologische voorkeuren. En daarin is het slecht wonen, zie bijvoorbeeld de Bijlmer. De moderne, ruime flats verloren de concurrentie met nieuwe eengezinswoningen in de regio. De Amsterdamse gezinnen waarvoor de wijk gebouwd was bleven weg.

Die hang naar correcte cijfers en daaruit voortvloeiende consequenties zijn tijdens mijn hele carrière, deels binnen de demografie en grotendeels daarbuiten, de rode draad gebleven. Vandaar die jaloezie. Ik had het boek graag zelf willen schrijven.

Eerdere poging om de kosten van immigratie te berekenen
Na mijn pensioen, weer terug in Nederland, kwam ik in aanraking met vragen over bevolkingsgroei in Nederland, grotendeels via de Club van Tien Miljoen. Ik raakte betrokken bij de werkgroep die de kosten van immigratie in kaart probeerde te brengen. Pionierswerk, in die tijd. En, het moet gezegd worden, amateurwerk. Voor een dergelijk onderwerp zijn expertise, enthousiasme en doodgewoon langdurig hard werken cruciaal. Voor dat laatste namen we de tijd niet. We produceerden een eerste schatting, want daarna zouden de aldus uitgedaagde beroepsonderzoekers wel met nauwkeurigere cijfers en berekeningen komen. Welk een teleurstelling wachtte ons. Er verschenen uitsluitend prullenbakpublicaties. Net toen wij begonnen te vrezen dat onze aanzet nooit opgevolgd zou worden door een serieus te nemen werk, verscheen eerst het rapport Grenzeloze Verzorgingsstaat en daarna Migratiemagneet Nederland. En dus was daar dat eerdergenoemde gevoel van jaloezie. Eindelijk verscheen het boek waarop wij gehoopt hadden. Eindelijk degelijke cijfers, glasheldere berekeningen en zuivere conclusies, niet vervuild door vooroordelen en ideologisch-politiek dwingende eisen. Na al die jaren was daar eindelijk een warm bad van betrouwbaarheid, redelijkheid en duidelijkheid. Het boek derhalve dat volgens mij alle geïnteresseerden in bevolkingsvraagstukken dienen te lezen.

Kanttekeningen bij het boek
Resteert nog een secundaire taak van een recensent: via het geven van commentaar op bij laagwater gevonden spijkertjes bewijzen dat hij het boek goed gelezen heeft. Wat me brengt bij een bezwaar waar de schrijver slechts zijdelings invloed op heeft gehad, namelijk de druktechniek. Daarvoor is de uitgever verantwoordelijk, die, in dit geval, in gebreke is gebleven. Wanneer een tabel zelfs met behulp van een loep nog niet leesbaar te maken is (figuur 3, bladzijde 72), dan heeft de uitgever zijn rol niet begrepen. Kaarten en tabellen zijn, zeker in een boek als dit, cruciaal om de tekst te ondersteunen. Wanneer veel van dergelijke kaarten en tabellen nauwelijks leesbaar zijn, dan tast dit uiteindelijk toch de overtuigingskracht van het boek aan. Mocht het boek ooit vertaald worden, en dat verdient dit boek, dan valt het te hopen dat iemand van de uitgever de kwaliteit van kaarten en tabellen zal verbeteren.

Dan zijn er ook nog andere punten van kritiek. Dit betreffen voornamelijk zaken die ik besproken had willen zien. Bijvoorbeeld, in Hoofdstuk 8, Arbeid, had ik heel graag voorbeelden gezien uit Japan. Dat land heeft al een relatief lange tijd een krimpende bevolking en inderdaad, het land loopt voorop in robotisering. Toch had ik hier graag wat voorbeelden van gelezen. Op één punt verschil ik van mening met de auteur, al vind ook ik dat er nog behoorlijk wat mankeert aan het democratisch gehalte van de EU. Dit rechtvaardigt in mijn ogen echter niet de conclusie dat de EU voorlopig niet democratischer gaat worden (p. 403). Zouden leden van onze Tweede Kamer gewoon hun plicht doen en ministers ter verantwoording roepen over wat ze in Brussel mede besloten hebben, dan zou dit al een aanzet tot een grotere democratisering tot gevolg kunnen hebben.

Bij een goed boek hoop je dat het nooit eindigt. Omdat ik die wens een paar keer sterk voelde, lijkt het me niet nodig om nog meer kleine kanttekeningen te maken want die gaan vrijwel uitsluitend over zaken die ik graag in meer detail besproken had willen hebben. Kortom, ik hoop op een volgend boek. Of dat er gaat komen, daarover kunt u iets lezen in het interview dat ik had met Jan van de Beek.