1 mei 2010

Duurzame ontwikkeling en bevolkingsgroei als mondiaal probleem

S.W. Couwenberg in Civis Mundi van april 2008

1. Inleiding
Als we de grote ongelijkheid van levenskansen in de wereld ongedaan willen maken overeenkomstig de gerechtigheidsprincipes die ten grondslag liggen aan de ideologie van de mensenrechten, zoals beoogd door de Millenniumdoelen van de VN, is er dan nog voldoende ecologisch draagvlak voor zo’n herschikking van levenskansen?

Als we rechtvaardigheidshalve een evenredige verdeling van welvaart en energiebronnen wereldwijd wenselijk en nodig achten en de draagkracht van de aarde niet willen overbelasten, valt aan een forse reductie van de ecologische voetafdruk van de gemiddelde bewoner van het rijke Westen niet langer te ontkomen. En dat geldt ook voor de snel groeiende wereldbevolking.

Dat onze ecologische voetafdruk vele malen groter is dan het evenredige aandeel op ruimte, lucht, water en aardse rijkdommen waarop we recht hebben, is zonneklaar. De ecologische voetafdruk van de gemiddelde Amerikaan is liefst negen maal zo groot als die van de gemiddelde inwoner van een derde wereldland.1 Als de rest van de wereld even zelfzuchtig gaat leven als het rijke westen zouden we liefst drie aardbollen nodig hebben om dat mogelijk te maken. Mondiale duurzaamheid, zo werd in een eerder themanummer over duurzame ontwikkeling geconcludeerd2, vereist een ander type maatschappij, een ander denkkader en een andere verdeling van de aardse hulpbronnen.
In dit nummer komen we op dit thema nader terug, gezien de toegenomen urgentie ervan in verband met de groeiende zorg over klimaatverandering. Het is de bedoeling daarbij nu ook de snelle groei van de wereldbevolking te betrekken die als achtergrond van deze problematiek tot nu toe niet of onvoldoende aandacht krijgt en daarmee het ultieme taboe te doorbreken dat in dit verband nog rust op het vraagstuk van de toenemende bevolkingsdruk.3 Vandaar dat ik daaraan in deze redactionele inleiding bijzondere aandacht wijdt en te dien aanzien de vraag ter discussie stel hoe relevant die groei is als achtergrond van de duurzaamheidsproblematiek.
2. Negatieve effecten groeiende wereldbevolking
Hoe snel de groei van de wereldbevolking na 1800 is gegaan leren de volgende cijfers: pas na tienduizenden jaren bereikte de omvang van de wereldbevolking het eerste miljard, voor het tweede miljard was nog slechts iets meer dan honderd jaar nodig, voor het derde miljard was dat drieëndertig jaar, voor het vierde miljard niet meer dan veertien en voor het vijfde miljard slechts dertien jaar en de zes miljard werd nog voor het einde van de twintigste eeuw bereikt, namelijk op 12 oktober 1999. Hoe ongelooflijk veel mensenlevens de oorlogen in de twintigste eeuw ook gekost hebben, de wereldbevolking is in die eeuw niettemin gestegen van 1,6 naar 6 miljard. De grenzen van het duurzame regeneratievermogen van de aarde is daarmee voor het eerst overschreden. Tot dan toe heeft de mensheid van de interest van het natuurlijke kapitaal van de aarde kunnen leven. Sindsdien zijn we bezig dat kapitaal zelf aan te spreken. De steeds snellere bevolkingsgroei weerspiegelt zich ook in de snelle toeneming van zogenaamde megasteden (meer dan tien miljoen inwoners). Waren er daarvan in 1900 nog maar 12, in 1950 is dat gestegen tot 58, in 1975 al tot 211; en in 2006 tot liefst 408. Daartoe behoren o.a. megasteden als Mexico City (meer dan 20 miljoen inwoners), New York, Istanbul, Caïro, Mumbai en Tokyo.
De ongekend snelle groei van de wereldbevolking – tussen 1950 en 2005 is zij met 160 procent gegroeid van 2,5 naar ca. 6,5 miljard mensen en naar verwachting wordt dat in 2050 ruim 9 miljard – heeft zoals bekend een reeks van negatieve effecten: uiteraard een aantasting van het leefmilieu en de kwaliteit van leven en uitputting van de aardse hulpbronnen die ons ter beschikking staan – nu al verbruiken we jaarlijks 20 procent meer dan de aarde kan verwerken –; maar ook een buitensporige verstedelijking hand in hand met een leegloop van het platteland, wat resulteert in juistgenoemde megasteden, waar meer dan de helft van de bevolking in sloppenwijken woont; voorts massale werkloosheid en armoede, verkeerscongestie, migratiestromen van Zuid naar Noord, enz. Ik teken hierbij aan dat toenemende verstedelijking van de wereldbevolking volgens het vorig jaar gepubliceerde jaarrapport van de UNFPA, het bevolkingsfonds van de VN, ten onrechte nog als een groot probleem geduid wordt. Sinds dit jaar woont meer dan de helft van de wereldbevolking in de stad. In 2030 zal dat naar schatting stijgen naar zo’n 60 procent. Tegen die tijd zal dat om ongeveer vijf miljard mensen gaan. Steden bieden, zo stelt dit rapport, meer mogelijkheden tot economische groei en meer kansen voor mensen om te ontsnappen aan armoede en sociaal isolement.
Noopt massale armoede en werkloosheid in grote delen van de wereld tot voortgaande economische groei en ontwikkeling, tegelijk vormt dat een cruciaal onderdeel van de duurzaamheidsproblematiek. Dat heeft ertoe geleid dat aan het streven naar continue economische ontwikkeling als uitvloeisel van het westers-liberale vooruitgangsgeloof een nieuwe dimensie is toegevoegd, te weten die van duurzame ontwikkeling. Dat houdt kort gezegd in dat het ecologische draagvlak van de aarde daardoor niet mag worden aangetast. Men gaat daarbij uit van de hypothese dat voortgaande economische groei niet alleen zeer wel kan samengaan met behoud en verbetering van het leefmilieu, maar zelfs noodzakelijk is om dat te financieren. Voornaamste doel ervan, zo luidt een van de conclusies van een liberale visie op duurzaamheid, is economische groei met milieubehoud te verenigen. Zonder economische ontwikkeling is er voor milieubehoud onvoldoende draagvlak, kennis en kapitaal voorhanden.4 Een aangename win-win situatie dus. In het eerder genoemde themanummer over duurzame ontwikkeling is dat echter ter discussie gesteld of ronduit ontkend. Binnen de bestaande denk- en leefkaders van onze moderne samenleving en cultuur is duurzame ontwikkeling een vrome illusie, zo vinden deze critici.5 De rechts geëtiketteerde Franse president Nicholas Sarkozy die enkele jaren geleden de ecologische problematiek als modieus gedoe, heeft inmiddels ook het licht gezien en een grote ecologische omslag in Frankrijk aangekondigd.
3. Recht op duurzame ontwikkeling
Niettemin is het recht op duurzame ontwikkeling inmiddels toegevoegd aan de categorie van collectieve mensenrechten als derde generatie van de mondiale ideologie der mensenrechten. In juridische zin is dat recht op duurzame ontwikkeling overigens moeilijk operationeel te maken. Onduidelijk is wie het rechtssubject is en tegen wie of wat het tot gelding gebracht kan worden. De effectuering ervan hangt voornamelijk af van politieke factoren. We kunnen dit recht evenals andere collectieve mensenrechten daarom het beste opvatten als internationaal erkende beleidsdoelstelling. Bij de realisering daarvan is de hoop vooral gevestigd op technologische innovatie. Die is zeker hard nodig, maar dat heeft geen panaceekarakter. Sinds kort is duurzame ontwikkeling ook onderwerp geworden van een nieuwe wetenschappelijk discipline (sustainable management), die zich bezighoudt met het sturen van veranderingsprocessen richting duurzame samenleving.
Vooralsnog blijft de praktijk van duurzame ontwikkeling ver achter bij wat eerder als beleidsdoelstelling geformuleerd is. Zo is niet een van de grote milieudoelstellingen die in 1987 in het bekende rapport Our Common Future van de Brundland commissie geformuleerd zijn, dichter bij een oplossing gekomen. Dit is te meer zorgwekkend, omdat de wereldbevolking sindsdien met 34% is gegroeid, de wereldhandel verder gestegen is, en de CO2 uitstoot met een derde toegenomen is. Per hoofd van de wereldbevolking is steeds minder betrouwbaar drinkwater beschikbaar.6
4. Naar een andere levensstijl
Als we zonder oogkleppen duurzame ontwikkeling willen effectueren, zullen we bereid moeten zijn een tweetal heilige koeien of taboes ter discussie te stellen: te weten de productie- en consumptieverslaving waarop het heersende economische ontwikkelingsperspectief van het wereldkapitalisme stoelt en die in de culturele revolte van de jaren zestig al ter discussie is gesteld; en voorts de ongebreideld voortgaande bevolkingsgroei in grote delen van de wereld, m.a.w. de ‘population bomb’ of ‘population explosion’, zoals daarover verontruste auteurs dat genoemd hebben.7
Wat de aanpak van de eerste heilige koe betreft, dat ligt politiek heel gevoelig. Volgens de bekende theorie van Max Weber8 lag een ascetische levensstijl, wortelend in de protestantse ethiek dier dagen, ten grondslag aan de opkomst van het kapitalisme. Maar in zijn volgroeide vorm heeft dit economische stelsel een mateloze levensstijl voortgebracht die de leefbaarheid van onze planeet in gevaar brengt, zozeer zelfs dat niet alleen een ecologisch verantwoorde productiewijze, maar hand in hand daarmee ook een meer op duurzame ontwikkeling gerichte levens- en consumptiestijl een opdracht van de tijd lijkt te worden.9 Hoe belangrijk dat ook ecologisch oogpunt is, wordt in de bijdrage van Jan Juffermans in dit nummer glashelder uiteengezet. Maar het is bovendien goed voor de ‘lijn’. Zwaarlijvigheid (obesitas) als uitvloeisel van consumptieverslaving wordt steeds meer als een bedreiging van de volksgezondheid ervaren en aangemerkt, ook in Nederland.10 Ongeveer de helft van de bevolking lijdt hier aan overgewicht. Eén op de acht kinderen is te zwaar. In de VS is dat nog erger. Daar geldt het ook nog als een patriottische plicht zoveel te consumeren en geld uit te geven als nodig is om de economie draaiende te houden en een terugval in de economische ontwikkeling te voorkomen. Vandaar het besluit van president Bush getracht om een terugval in de economische ontwikkeling en daarmee een recessie te voorkomen met nieuwe maatregelen tot belastingverlaging terwijl de centrale bank dit ondersteunde met een forse renteverlaging, de grootste sinds een kwart eeuw. Dit is ordinaire Keynesiaanse vraagstimulering, roept de Delftse hoogleraar economie van innovatie Alfred Kleinknecht verbaasd uit en interpreteert dat meteen als de wederopstanding van het linkse gedachtegoed van Keynes door een rechtse president.11 Het lijkt mij vooralsnog meer een noodsprong van een rechtse president die het erg moeilijk heeft met zijn historische record als president.
De prangende vraag hierbij is, in hoeverre die ingrijpende heroriëntatie te verwezenlijken valt in een liberale economie en democratie waarin economisch en politiek gedrag in zo’n sterke mate bepaald worden door concurrentie-verhoudingen en voortgaande welvaartsgroei geldt als een vanzelfsprekende veronderstelling. Die vraag betekent een nieuwe ‘testcase’ voor het liberaal-kapitalistische project der moderniteit. Van het antwoord op die vraag hangt in niet geringe mate de toekomst van dit project af. Over de aard van dit antwoord lopende meningen vooralsnog uiteen.12 Naar het lijkt krijgt het idee van maatschappelijk verantwoord ondernemen en consumeren in ieder geval steeds meer de wind in de zeilen. Wel gaat het hier vooralsnog om een idee met een vrijblijvend karakter. Uit een recent onderzoek wereldwijd onder managers inzake duurzaam ondernemen bleek dat meer dan 30% zich daar alleen maar voor inzet om PR-redenen, dus met het oog op hun imago.  Vandaar pleidooien om maatschappelijk verantwoord ondernemen een verplichtend karakter te geven, o.a. door het verplicht stellen van geïntegreerde jaarverslagen, inclusief de rapportage van een reeks vaste milieukengetallen en de Voorzitter van de Raad van Bestuur de eindverantwoordelijkheid toe te bedelen voor de milieuportefeuille13.
5. Bevolkingsgroei: van links probleem naar links taboe
De aanpak van het tweede taboe ligt politiek ook heel gevoelig. Dat ondervindt in Nederland bijvoorbeeld De Stichting De Club van Tien Miljoen die de demografische problematiek al jarenlang onvervaard onder de aandacht brengt maar daarvoor tot nu toe heel weinig aandacht krijgt. Ook in kringen van natuurbescherming en milieuorganisaties gaat men die problematiek het liefst uit de weg. Wie haar namelijk aansnijdt loopt het risico al gauw in de rechtse hoek gezet te worden van racisme en verzet tegen internationale migratie zoals de linkse oud-politicus Michiel van Hulten in dit verband opmerkt.14 Het is sinds de jaren tachtig een links taboe geworden om te wijzen op die problematiek en zeker op de bevolkingsdruk in eigen land. Tot de Fortuyn-revolte is dat zelfs als een strafbaar feit aangemerkt waarvan met name Centrumdemocraat Janmaat beschuldigd is.
In historisch perspectief is dat heel curieus en een nieuwe illustratie van hodiecentrisme, het geheel opgaan in het heden, en het daarmee samenhangende korte politieke geheugen. Begin jaren vijftig heeft de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijke bureau van de PvdA, dat toen onder leiding stond van J.M. den Uyl, al een commissie ingesteld om de aard en normen van een bevolkingspolitiek in kaart te brengen. In 1955 heeft die commissie daarover uitvoerig gerapporteerd.15 In de jaren zeventig was het het kabinet-Biesheuvel dat het noodzakelijk achtte een staatscommissie Bevolkingsvraagstuk in te stellen. In het rapport van die commissie met de socialist P. Muntendam als voorzitter, werd frank en vrij een aantal maatregelen voorgesteld ter vermindering van de bevolkingsdruk, waaronder een beperking van de migratiedruk. In 1979 verklaarde koningin Juliana op gezag van het toenmalige kabinet in de Troonrede van dat jaar: “Ons land is vol, ten dele overvol”.
6. Tweedeling tussen Noord en Zuid in demografisch opzicht
De tweedeling die het uitgangspunt vormt van dit themanummer uit zich ook in de demografische ontwikkeling. Een snel stijgende bevolkingsomvang in grote delen van Zuid gaat hand in hand met een snelle daling van het geboortecijfer in Noord. Afrika behoort in Zuid tot de snelste groeier ondanks de sterk gestegen sterftecijfers als gevolg van de aids-epidemie. Sinds 1960 is de bevolking daar gegroeid van 225 tot 751 miljoen. Die groei bedreigt daar de welvaartstoename zelfs nog meer dan de aids-epidemie. Wat Noord betreft is de daling van het geboortecijfer in Europa het sterkst (gemiddeld 1,4 kind per vrouw; Nederland zit daar iets boven met gemiddeld 1,8 tot 1,9 kind per vrouw); in de VS is die daling minder groot. Daar is nog sprake van 2,1 kind per vrouw dankzij een veel sterkere godsdienstige oriëntatie aldaar. Die dalende tendens wordt versterkt door het groeiende aantal hoog opgeleide vrouwen die om redenen van carrière vrijwillig kinderloos zijn en daarbij ondersteund worden door organisaties als World Child Free Association die af willen van het taboe dat nog steeds op vrijwillige kinderloosheid ligt. Volgens recente gegevens van het CBS neemt het aantal vrouwen dat bewust kinderloos blijft steeds meer toe. Het zijn vooral hoogopgeleide vrouwen die vaker voor kinderloosheid kiezen. Van deze vrouwen die in de jaren ’50 zijn geboren, is 25% kinderloos gebleven tegen tien procent van laagopgeleide vrouwen.
Die dalende tendens als uitvloeisel van de seksuele revolutie sinds de jaren ‘60 en de tweede feministische golf wordt heel verschillend gewaardeerd. De Israëlische islamoloog R. Israeli16 spreekt wat Europa betreft van een demografische zelfmoord en waarschuwt in verband hiermee voor een nieuwe opmars van de islam in Europa vanwege de snel groeiende moslimbevolking aldaar die zich met elke nieuwe generatie verdubbelt17. De Canadese journalist en columnist Mark Steyn doet dat eveneens en publiceert zijn doemscenario onder de veelzeggende titel It’s the Demography, stupid!18. De Belgische jurist en publicist P. Huys19 interpreteert die tendens op zijn beurt als een onvoorstelbaar demografische ineenstorting en ziet in de wettelijke legalisatie van abortus de voornaamste oorzaak daarvan. Gegeven het feit dat niet alleen bevolkingsgroei, maar ook bevolkingskrimp zich langs exponentiële lijnen voltrekt waarschuwt de Duitse socioloog en demograaf F.-X. Kaufmann bij doorzetten van die trend voor zwaar weer na 2020. Het huidige sociale stelsel zal dan niet meer te handhaven zijn.20 Ook machtspolitieke overwegingen leiden ertoe dat bevolkingskrimp als een serieus politiek probleem onderkend wordt. In Rusland wordt dat zelfs als een demografische catastrofe gesignaleerd en ervaren, die voor de machtspositie van het land op het wereldtoneel op termijn fataal kan worden.21 Naar verwachting zal de Russische bevolking van 145 miljoen naar 110 miljoen zakken in 2050. De bekende exponent van het Amerikaanse neoconservatisme Irvin Kristol ziet in die trend een schoolvoorbeeld van westerse decadentie.22 Als men uitgaat van een traditioneel-christelijk mensbeeld is die negatieve waardering verklaarbaar. Uit ecologisch en bevolkingspolitiek oogpunt, stelt Paul Gerbrands23 van De Club van Tien Miljoen daartegenover, valt die ontwikkeling juist toe te juichen. Bewust leren leven zonder kinderen waardeert hij als een welkome bijdrage tot reductie van overbevolking in de wereld.
7. Achtergrond en problematiek migratiestromen van Zuid naar Noord
De onevenwichtigheid in demografisch opzicht tussen Noord en Zuid en de daarmee samenhangende grote welvaartskloof verklaren op zichzelf alleszins de migratiestroom van Zuid naar Noord die daarvan het gevolg is. Vandaar het pleidooi de ontwikkelingshulp sterker te richten op terugdringing van bevolkingsgroei in Zuid.24 Die migratiestroom is een nieuwe bron van verdeeldheid geworden in de politiek van westerse landen. De vergrijzing aldaar confronteert ons met nieuwe welvaartsproblemen zoals de instandhouding van sociale zekerheid, pensioenen, adequate zorg e.d. en met de vraag hoe te voorzien in dreigende structurele tekorten op de arbeidsmarkt. Als antwoord daarop wordt van verscheidene kanten gepleit voor een ruime mate van zogenaamde circulaire migratie hand in hand met de ontwikkeling van transnationaal burgerschap.25 De Europese Commissie behoort ook daartoe. Zonder ruim baan voor vooral hoogopgeleide werknemers van buiten Europa kan de EU haar Lissabon-doelstelling om in 2010 de meest concurrerende economie ter wereld te zijn niet halen, aldus de Commissie. Vandaar de introductie van een Europese werkvergunning (blue card) om kennismigranten aan te trekken die na twee jaar overal in de EU aan de slag mogen.
In het kader van de ideologie van de mensenrechten en de theorie van de vrije markt wordt zelfs een wereldwijde vrijheid van migratie aan de orde gesteld als richtsnoer van internationale wetgeving en rechtspraak en noodzakelijke voorwaarde voor een zodanige globalisering van de arbeidsmarkt dat iedereen waar ook ter wereld daardoor in staat gesteld wordt een menswaardig leven te leiden overeenkomstig eigen mogelijkheden en inzichten.26 Circulaire migratie als juist genoemd is daarvan een eerste praktische uitwerking. Bedoeld wordt daarmee dat migranten de mogelijkheid krijgen het gastland permanent in en uit te gaan. De migrant moet zich dus vrij kunnen bewegen tussen herkomst- en gastland. Het gaat er daarbij om de winstpunten ervan te maximaliseren door brain drain te verminderen en brain gain en brain circulation te bevorderen. Met het oog daarop mogen noch de directe belangen van het gastland, noch die van het herkomstland prefereren. Het is een concept dat in academische kringen steeds meer weerklank vindt, maar nog heel wat beleidsobstakels op zijn weg vindt.27
De vraag of arbeidsmigratie het antwoord is om de gevolgen van vergrijzing op te vangen is echter omstreden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en het Centraal Planbureau zien haar hoogstens als hulpmiddel om ad hoc-problemen tijdelijk te verlichten.28 Beide instellingen maken wel een uitzondering voor migranten met een hoog economisch potentieel, die we nodig hebben voor moeilijk vervulbare vacatures. Arbeidsmigratie, hoe ook geconditioneerd, blijft niettemin omstreden. Zij zal, zo stellen andere critici29, via ‘brain drain’ leiden tot verder uit elkaar groeien van rijke en arme landen; verslechtering van het leefmilieu en versterking van de bevolkingsdruk. Dat laatste stimuleert op zijn beurt de emigratie van hoogopgeleiden in eigen land. Blijkens CBS-cijfers is de emigratie de laatste jaren al hoger dan de immigratie. Vorig jaar is een record aantal Nederlanders geëmigreerd, 126.000. De verwachting is dat het huidige aantal emigranten constant zal blijven. Dat Nederland van alle landen van de EU het grootste vertrekoverschot heeft is vooral te wijten aan de toenemende bevolkings- en milieudruk. Al behoort Afrika zoals gezegd (sub 5) tot de snelste groeier wat bevolkingsomvang betreft, dat neemt niet weg dat de bevolkingsdichtheid aldaar niettemin lager is dan die in Nederland.30
8. Bevolkingspolitiek in positieve en negatieve richting
In verband met de vergrijzing in Europa wordt inmiddels voorzichtig de vraag opgeworpen of we niet moeten komen tot een actieve bevolkingspolitiek in positieve richting, dus ter stimulering van het geboortecijfer. In Duitsland is dat al een serieus punt van discussie geworden. In 2004 verscheen daar een boek van de prominente Duitse econoom Hans-Werner Sinn onder de omineuze titel: Ist Deutschland noch zu retten? waarvoor grote belangstelling bleek te bestaan. In datzelfde jaar hield hij in Amsterdam de Tinbergen-lezing onder de sprekende titel: Europe’s Demographic Deficit. A plea for Child Pension System. Daarin betoogt hij dat Europa, maar vooral Duitsland geen toekomst meer heeft door het lage geboortecijfer. De geboortepiramide krijgt daardoor een steeds smallere basis. Dat proces moet gekeerd worden door sterk verhoogde kinderbijslagen en boetes voor kinderloze gezinnen.31 In dezelfde geest pleit de eerder genoemde demograaf Kaufmann enerzijds voor het aftrekbaar maken van de kosten van ouders voor de opvoeding van hun kinderen en anderzijds voor het extra belasten van kinderloze echtparen.32 Tussen 1990 en 2002 is de kinderbijslag in Duitsland met het oog op die problematiek verzesvoudigd. Maar dat heeft nauwelijks effect gehad op het geboortecijfer. Dat blijft schommelen rond 1,3 geboorte per vrouw.
In Nederland is het de Amsterdamse econoom B. van Praag33 die te dien aanzien zijn nek heeft uitgestoken. Hij is voor zo’n bevolkingspolitiek die met gerichte maatregelen de bevolking in ieder geval stationair wil houden, dus op het huidige niveau van zo’n zestien miljoen. Concreet betekent dat gemiddeld 2,1 kind per vrouw. Interessant is in dit verband de omslag van de demograaf D.J. van de Kaa34, die deel uit maakte van de eerder genoemde staatscommissie Bevolkingvraagstuk. Als lid van die staatscommissie was hij in 1977 nog voor afremming van de migratiedruk ter vermindering van de bevolkingsgroei. Als gevolg van de vergrijzingsproblematiek is hij daar nu op terug gekomen en ziet hij nu meer heil in selectieve migratie dan in geboortestimulering om die problematiek het hoofd te bieden.
Paul Gebrands als woordvoerder van De Club van Tien Miljoen wil van beide niets weten. Hij juicht die vergrijzing juist toe.35 Dat doet ook de demograaf G. Beets36 van het Interdisciplinair Demografisch Instituut. Die ziet daarin eveneens een welkome bijdrage tot terugdringing van de huidige overbevolking. Hij voelt daarom niets voor een bevolkingspolitiek als juist genoemd. Gerbrands37 is wel voor een actieve bevolkingspolitiek maar dan in negatieve richting: verdere beperking van de bevolkingsdruk via fiscale prikkels, afschaffing of beperking van geboortestimulerende maatregelen als kinderbijslag, bevordering van gemiddeld één kind per gezin, zoals in China, een uiterst restrictief toelatingsbeleid en vervanging van onze groei- door een krimpeconomie. Een linkse denker A. van der Zwan38 gaat niet verder dan beperking van de kinderbijslag tot twee kinderen en alleen bestemd voor minder draagkrachtigen. Een intrigerende vraag is in dit verband of het mogelijk is een bepaald optimum te formuleren voor een aanvaardbare omvang van de bevolking. Aan de hand van welke criteria valt dat te omlijnen?39
Minister voor Jeugd en Gezin A. Rouvoet heeft onlangs op dit terrein zijn nek uitgestoken met zijn oproep om met het oog op de kosten van vergrijzing na te denken over het gewenste geboortecijfer per vrouw. Dat leidt alleen maar tot grotere bevolkingsdruk in een land dat toch al als vol beleefd wordt. Voor een stabiele bevolkingsopbouw en omvang is een geboortecijfer van 2,1 kinderen per vrouw nodig. Nu is dat gemiddeld 1,7. De eerste reacties uit de Tweede Kamer hierop waren zonder meer afwijzend. Juistgenoemde demograaf Beets wijst er in dit verband op dat bij een geboortecijfer van 2,1 kinderen per vrouw er jaarlijks 30 a 40.000 kinderen bijkomen.
9. Depolitisering bevolkingsvraagstuk

Hoe moeten we ons opstellen in deze complexe en delicate duurzaamheidsproblematiek? Opvallend is dat het bevolkingsvraagstuk zoals gezegd daarbij nog angstvallig buiten beeld gehouden wordt. Dat is ook weer het geval in de eerder (noot 5) geciteerde liberale visie op duurzaamheid. Met die visie wil men van politiek-liberale zijde laten zien dat de milieuproblematiek niet langer een typisch links thema is. De bedoeling van dit themanummer is zoals gezegd het bevolkingsvraagstuk expliciet te betrekken bij een hernieuwde bezinning op de vraag hoe we dienen te reageren op de problematiek van duurzame ontwikkeling en tevens in het licht te stellen dat het bevolkingsvraagstuk evenmin een typisch rechts thema is. Een bezinning daarop in verband met de duurzaamheidsproblematiek wordt in dit nummer als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid over partijpolitieke grenzen heen aan de orde gesteld en zodoende gedepolitiseerd. Wij hopen een open debat daarover op gang te brengen waarin verschillende invalshoeken en standpunten aan bod kunnen komen.

 


1Zie o.a. J.C. Noordwijk-Van Veen, Rentmeester of roofridder?, Bulletin Club of Rome, Erasmus Liga, maart 2004
2Zie J. Berkouwer, Duurzame ontwikkeling als mondiaal probleem, Civis Mundi, 3, 2002; G.A. van der Wal, Moderniteit en duurzaamheid – een duurzame relatie, Civis Mundi, 3, 2002; en M. van Hulten,  Na ons de zondvloed?, Civis Mundi, 3, 2002
3 Zie in die zin ook: J. Gray, Een wereld met minder mensen is het beste recept tegen de dreigende klimaatramp, NRC Handelsblad, 26/27 januari 2008
4 Zie C.L.C. Richert, Liberale duurzaamheid, Teldersstichting, 2007
5 Zie Berkouwer, Van der Wal en Van Hulten, t.a.p. (noot 3)
6 Zie het 4e milieurapport GEO (Global Environmental Outlook), in 2007 gepubliceerd door de UNEP, de milieudienst van de VN
7 P.R. Ehrlich, Population Bomb, 1968; P.R. Ehrlich en A.H. Ehrlich, The Population Explosion, 1991
8 M. Weber, Die protestantische Ethik und der Geist der Kapitalismus, 1920
9 Zie o.a. G.A. van der Wal, Een nieuwe maat van het bestaan? Enkele overwegingen bij de huidige mateloze levensstijl, in: W.A. Arts e.a., Tempora mutantur, 1992, p. 127 e.v.; en D. Geldof, We consumeren ons kapot, 2007
10 Zie o.a. H. Dagevos en G. Munnichs (red.), De obesogene samenleving. Maatschappelijke perspectieven op overgewicht, 2007
11 A. Kleinknecht, De onverwachte wederopstanding van Keynes, NRC Handelsblad, 28 januari 2008
12 Volgens een meer gematigde, technocratische opvatting die behalve bij een groot deel van de milieubeweging ook weerklank vindt bij de overheid, kan volstaan worden met bevordering van een ecologisch verantwoorde productie- en consumptiewijze via introductie van heffingen, convenanten, milieu-effectrapportage, milieubeleidsplannen e.d. Daartegenover staat de opvatting van de zgn. radicale groene denkers die de oorzaken van de ecologische crisis in de grondslagen van de maatschappelijke orde zoeken en daarom een fundamentele sociale structuurverandering noodzakelijk achten. Dit radicalisme stuit echter op grote weerstanden. Het wordt zelfs als ecofascisme gebrandmerkt. Zie voor deze radicale richting F. Janssens en U. Melle (red.), Voeten in de aarde – Radicale groene denkers, 1996
13 Zie A. van Witteloostuijn e.a., Het wordt tijd voor echt milieubeleid, NRC Handelsblad, 13 maart 2007
14 M. van Hulten, t.a.p. (noot 4), p. 150
15 Zie Bevolkingsgroei en maatschappelijke verantwoordelijkheid, Publicatie Wiardi Beckman Stichting, 1955
16 Zie het interview met hem in Nederlands Dagblad, 3 februari 2007, p. 11 (Europeanen plegen demografische zelfmoord)
17 Zie R. Israëli, The Third Islamic Invasion, 2007
18 M. Steyn, It’s the Demography, stupid, Opinio, 12, 22 maart 2007
19 P. Huys, Christendom en christenheid, Nucleus, december 2006
20 Zie F.-X. Kaufmann, Schrumpfende Gesellschaft. Vom Bevölkerungsrückgang und seinen Folgen, 2005
21 Zie bv. M. Lauman, Bevolkingskrimp grootste bedreiging voor Rusland, Internationale spectator, oktober 2007
22 Zie het interview met hem in maandblad NRC Handelsblad, maart 2004, p. 68
23 P. Gerbrands, Geen kwestie van ethiek, in: P. Gerbrands e.a., Tien miljoen mensen als duurzame bevolkingsomvang, 2006, pp 111-112
24 Zie T. De Ruyter-Van Steveninck, Over bevolking en overbevolking, Liberaal reveil 1998.
25 Zie o.a. H. Ghorishi, R. Lubbers en N. Tahir, Vier de komst van migranten, haal alles uit hen wat ze in zich hebben en dat is veel, NRC Handelsblad, Opinie en Debat, p. 19, 27/28 februari 2007
26 Zie P. de Waart, Humane bestrijding van terrorisme, in: S.W. Couwenberg (red.), Van Koude Oorlog naar oorlog tegen terrorisme, Civis Mundi jaarboek 2007, pp. 113-114
27 Zie R. Muskens en F. Bieckmann, Circular migration. Creating a virtuous circle, The Broker, 1, 2007, pp. 10-14
28 Zie Nederland als immigratiesamenleving, WRR, oktober 2001; en Immigration and the Dutch Economy, Centraal Plan Bureau, juni 2003
29 Zie o.a. L. Delsen, Prijs arbeidsmigratie niet de hemel in, NRC Handelsblad, Opinie en Debat, 3/4 februari 2007, p. [x]
30 Zie J. Wets, Angst voor de ‘bevolkingsbom’, in: Internationale veiligheidsvraagstukken in het Nederlandse perspectief, Jaarboek Vrede en Veiligheid, 1996, p. 95; Zie voor een overzicht van de bevolkingsdichtheid per land per km2: P.J. Gerbrands e.a., a.w. noot 17, p. 51 met 484 mensen per vierkante kilometer staat Nederland aan de top.
31 Geciteerd bij J. Pen, Ervaringen met de vol, in: P.J. Gerbrand e.a., Tien miljoen mensen als duurzame bevolkingsomvang, 2006, pp. 12-13
32 Zie F.-X. Kaufmann, a.w. (noot 20)
33 B. van Praag, Nederlanders moeten meer kinderen krijgen, NRC Handelsblad, 7 juli 2003
34 D.J. van der Kaa, Kinderen kun je niet kopen, NRC Handelsblad, 10 juli 2003
35 P.J. Gerbrands, t.a.p. (noot 2), pp. 43-46
36 Ontleend aan De leraar moet over baby’s praten, NRC Handelsblad, 22 juli 2005, p. 2
37 P.J. Gerbrands, Mijn land van veel en vol, 2003
38 Zie het interview met hem getiteld Vloeken in de linkse kerk, Rotterdams Dagblad, 4 oktober 2003
39 Zie Aanzet tot het formuleren van criteria voor een bevolkingsbeleid, Stichting De Club van Tien Miljoen, 1997